Een verlangen naar minder spullen4 min leestijd
Sinds kort ben ik aan het ontspullen of minimaliseren of hoe je het ook wilt noemen. En eigenlijk is dat niet nieuw voor mij. Een jaar of 18 geleden was ik er al mee bezig. Alleen toen had het nog niet zo’n fancy naampje. Toen was het gewoon mijn karakter die het fijn vond om mijn kamer er overzichtelijk, opgeruimd en praktisch uit te laten zien. What can I say, ik ben gewoon niet het type voor allerlei tierlanteintjes. Maar laat dat nu toevallig het principe van minimalisme zijn.
Alles wat je bezit; gebruik je, voegt waarde toe aan je leven of verteld een belangrijk verhaal. De rest, kun je wel stellen, is overbodige meuk. En in een maatschappij waarin duurzaamheid een populair en belangrijk thema is geworden, is het tegenwoordig ook fijn als het ook meteen zorgt voor minder afval.
Ruimte is overrated
Dat je met minder spullen blijer bent, weet je misschien niet. Maar is wel waar. Want hoe meer spullen je hebt hoe meer stress dat oplevert. Je hebt immers ruimte voor die spullen nodig en andersom: als je een grote ruimte hebt, wil je die opvullen met spullen. Maar hecht je ook écht waarde aan die spullen? Of koop je meer om te kopen? Niet voor niets dat de tiny housebeweging en het ontspullen steeds populairder worden. En ik ben fan vanaf het begin. Bij mij zorgt het namelijk voor meer geluk en minder stress. Je hebt echt niet veel ruimte nodig om een stijlvol en gezellig huis te hebben. Lang leve minimalisme én hout. Heel veel hout. Mijn woonkamer en keuken zijn in één ruimte en veel poespas vind je er niet. Maar de spullen díe er zijn, zijn van goede kwaliteit.
Maar hoe pak je dat aan?
Omdat het altijd al een beetje in mijn bloed gezeten heeft, kost het mij geen enkele moeite. Nou ja, een beetje dan. Want bij sommige spullen denk ik “ja, dit zou misschien nog wel eens van pas kunnen komen” of “wat als…”. Om het uiteindelijk toch maar te bewaren en het vervolgens nooit meer aan te raken. Zonde. Daarom is er de regel dat als je iets binnen 20 km voor minder dan 20 euro kunt halen, doe je het weg. Zeker als je het al ruim een jaar niet gebruikt hebt.
Met deze stelregels in gedachte ga je vervolgens elk hoekje en gaatje in je huis langs. Zo ben ik op zolder begonnen. Alle ruimtes, elke doos en elke kast is onderste boven gekeerd. Hierbij maak ik drie stapels: één voor weg, één voor moet ik nog even over nadenken/of iets mee en één voor bewaren. Die tweede is bijvoorbeeld voor zaken die ik nog moet uitzoeken, maar net even wat meer tijd in beslag nemen en waar ik even rustig voor moet zitten of dingen die stuk zijn en na reparatie nog prima te gebruiken zijn.
Wat blijft er over als je je leven ontspult?
Waarom omringen mensen zich met spullen? Waarom omring jij je met spullen? Waarom omring ik mij met spullen? Vanaf jonge leeftijd leer je dat een goed gevoel meestal van buitenaf komt. Kinderen worden blij van knuffels, en later van speelgoed en andere beloningen. Goede dingen komen van buiten, angst en behoeftigheid komen van binnen. Zo wordt je getraind, en dat is wat we leren.
Ook in een relatiecrisis, financiële crisis of burn-out zie je hetzelfde trucje terug. We trekken een fles wijn open, gaan shoppen of stoppen ons vol met comfort food. We verzinnen werkelijk van alles om maar niet met die nare gevoelens te hoeven dealen.
Ook denk je vaak dat je iets moet dóen om je goed te voelen, maar eigenlijk hoort dat van binnenuit te komen, uit datgene wat je allemaal vermijdt: gevoel. En dat is wat je ervoor terugkrijgt als je ontspult: een focus op je persoonlijkheid, op jij én op meer geluk.
Je kunt zelfs zo ver gaan om te zeggen dat minder spullen je meer vrijheid geven: spullen koop je immers van geld, daarvoor moet je werken, en werken kost tijd. Hoe minder spullen je nodig hebt, hoe minder je hoeft te werken. Die tijd kun je dan weer gebruiken om jezelf te ontwikkelen of om tijd met dierbare door te brengen.
Waar wacht je nog op
Natuurlijk is dat allemaal makkelijker gezegd dan gedaan. Want je bent gewend om te werken, gewend om spullen te kopen. De gedachte dat je afstand gaat doen van spullen, zet de haren in je nek strak overeind. Want stel nu dat je die broek weg doet en het blijkt dat je hem straks toch opeens wilt dragen omdat hij weer in de mode komt? Of omdat je andere broek gescheurd is? Wat dan? Gelukkig heb je nog 3 andere broeken, maar toch. Je zal hem maar net ‘nodig hebben’.
En dat is het hem nou net. Je denkt vaak dat je iets nodig hebt. Maar heb je het ook écht nodig? Waarom kocht je het in de first place? Voegt het echt iets toe aan je leven? Hoe vaker je die laatste vraag met ‘nee’ beantwoordt, hoe meer je je er bewust van zult worden dat je best wel zonder veel spullen kunt, en dat dat niets afdoet aan wie je bent. Je bent en blijft nog steeds een awesome geweldig mens.
En dat is wat minimalisme doet. Het geeft een meer simplistische kijk op het leven, en daardoor ga je je waarden heroverwegen. Jij bent niet je spullen. Dus doe je spullen weg, zet het masker af en ga voor écht geluk. Ik weet het nog goed. Het besef en het gevoel dat ik al die spullen niet nodig had. Ik had net afstand gedaan van een hoop spullen en ik liep door de stad. Ik keek de winkels in en de eerste gedachte was ‘oh leuk, zal ik hier even naar binnen gaan en kijken of ik nog wat kan kopen?’. En toen kwam al snel de tweede gedachte: ‘maar je hebt toch niks nodig’. En toen het besef: ‘Nee, ik heb niks nodig. Ik heb alles al. Ik ben niet afhankelijk van deze winkel of welke winkel dan ook’. En toen de rust. En het gelukkige gevoel! Ik ben zo blij. Ik heb alles en toch heb ik minder spullen dan voorheen.
Durf jij de uitdaging aan? En je te ontdoen van al het ‘overbodige’ in je leven?