BLOED SERIEUS: Waarom jij ook zou moeten geven!6 min leestijd
Jaarlijks worden duizenden mensen gered dankzij het bloed van bloeddonors. Dit kunnen verkeersslachtoffers zijn, maar ook ernstige zieke mensen of vrouwen die een zware bevalling hebben. Wanneer je tussen de 18 en 65 jaar bent en meer dan 50 kilo weegt, kun je je als bloeddonor aanmelden. Hoewel het redden van levens natuurlijk de belangrijkste reden is, is er meer! En daar zit meer (eigen) belang bij dan je in eerste instantie misschien zou denken.
Want buiten een symbolische blijk van dank bij mijlpalen als 5, 10 of 20 keer doneren en op de roze en gevulde koeken na afloop na, hoef je echt geen beloning te verwachten voor jouw donatie. En dacht je er een leuk zakcentje mee te kunnen verdienen, ook dan kom je bedrogen uit. Nee, bloed geven doe je namelijk geheel belangeloos. Dit om het invullen van de screeningsvragenlijst voorafgaand aan elke donatie zo eerlijk mogelijk te laten verlopen.
Waarom zou je bloed geven?
Waarom zou je je in hemelsnaam vrijwillig lek laten prikken en leeg zuigen? Want ja, als je bloed geeft ontkom je er niet aan om geprikt te worden. En ja, een prik is een prik. Bang voor de pijn of het gevoel achteraf? Niet nodig. Dat valt allemaal reuze mee. En als je denkt aan alle voordelen die erbij komen kijken, dan ben je die al snel vergeten.
1. Jouw bloed helpt mensen
De eerste en belangrijkste reden om je op te geven als bloeddonor: jouw bloed kan levens redden. Voor veel mensen is een normaal leven niet vanzelfsprekend. Zij hebben bloed nodig. Om hun leven te redden of om een kans op genezing te hebben. Als bloeddonor zorg je ervoor dat ze verder kunnen. Na de afname wordt het bloed gescheiden in drie delen die allemaal een belangrijk doel dienen: de rode bloedcellen, het bloedplasma en de bloedplaatjes.
Iedere patiënt krijgt alleen het bestanddeel dat hij of zij nodig heeft. Zo kunnen de rode bloedcellen gaan naar mensen die veel bloed verloren hebben, bijvoorbeeld na een ongeluk of tijdens een grote operatie en naar patiënten die zelf niet voldoende rode bloedcellen kunnen maken, bijvoorbeeld mensen met een beenmergafwijking. Bloedplasma wordt toegediend aan mensen met brandwonden of zeer groot bloedverlies. Daarnaast worden ook belangrijke medicijnen uit bloedplasma gemaakt.
De meeste bloedplaatjes gaan naar patiënten met een kwaadaardige bloedziekte, zoals leukemie. Zij worden behandeld met chemotherapie, die het beenmerg doodt dat bloedplaatjes aanmaakt. Daardoor krijgen ze tijdens de chemotherapie vaak een ernstig tekort aan bloedplaatjes. Met bloedplaatjes van donors kunnen patiënten deze gevaarlijke periode goed doorkomen.
Je lichaam heeft één dag nodig om de verloren vloeistof (plasma) en witte bloedcellen te vervangen. Voor rode bloedlichaampjes verloopt dit proces trager; na zes tot acht weken heeft je lichaam de afgenomen rode cellen weer aangemaakt.
2. Alle bloedgroepen zijn belangrijk
De bloedgroepen 0+ en A+ komen onder de Nederlandse bevolking verreweg het meeste voor. Dikke kans dus dat jij deze bloedsoort door je aderen hebt stromen, maar denk niet dat je minder van belang bent met een veelvoorkomende bloedgroep. Vaak kan je met een bloeddonatie ook mensen helpen met een andere bloedgroep dan die je zelf hebt.
Heb je bloedgroep A, dan betekent dit dat eiwit A op je rode bloedcellen zit. Iemand met bloedgroep B heeft eiwit B op zijn rode bloedcellen. Heb je zowel eiwit A als B op je rode bloedcellen, dan heb je bloedgroep AB. Er zijn ook mensen met de bloedgroep O (including me); die hebben geen eiwit A of B op hun bloedcellen. Bloedgroep 0- kan aan iedereen worden gegeven en wordt daarom het meest gevraagd. Mijn bloedgroep is o+ en kan alleen aan A+, B+, AB+ en O+ gegeven worden.
Je lichaam ziet bloedgroep B dus als lichaamsvreemd als je zelf bloedgroep A hebt en vice versa. Als je zelf bloedgroep AB hebt en een transfusie krijgt van bloedgroep A of B, dan gaat het wel goed. Je lichaam herkent dan bloedgroep A en bloedgroep B als lichaamseigen. Als je bloedgroep O hebt, kun je geen bloedgroep A, B en AB ontvangen. De pechvogel. Je kunt echter wel aan iedereen doneren. Mocht je een transfusie nodig hebben, dan wordt je bloedgroep trouwens altijd eerst gecontroleerd. Je hoeft dus zelf niet te weten welke bloedgroep je hebt. Al kan het wel heel interessant zijn.
3. Bloed geven duurt niet lang
Denk je dat je heel lang aan een apparaat moet hangen? You’re wrong! De afname zelf duurt waarschijnlijk niet langer dan 15 minuten, meer dan een halve liter bloed wordt er namelijk niet afgetapt. Gemiddeld heeft een vrouw 4,5 liter bloed en een man 5,6 liter) waarvan 86% bestaat uit water. Je lichaam kan die 500 ml dus goed missen, maar heeft wel weer tijd nodig om te herstellen. Tussen twee bloeddonaties moet daarom minimaal 56 dagen (8 weken) zitten voor mannen; voor vrouwen is dat 122 dagen (4 maanden). De hersteltijd na een bloeddonatie is voor vrouwen namelijk langer.
Kortom bloed geven duurt niet lang. De meeste tijd ben je tijdens je bezoek waarschijnlijk kwijt aan het invullen van de vragenlijst en de keuring bij de donorarts. Voor iedere afname wordt namelijk gecheckt of je geschikt bent als donor, aangezien je geen bloed kan geven als dit (heel logisch) voor je eigen gezondheid of ontvanger schadelijk kan zijn.
Met 10 minuten (één donatie) kun je al 3 mensen helpen.
4. Na de donatie krijg je alle tijd om bij te komen
Zie dit als het ideale moment om even wat me-time te pakken. In het zogenaamde ‘donorcafé’ krijg je na het geven van bloed namelijk alle tijd en ruimte om bij te komen voor je weer vertrekt (inclusief dus een drankje en een versnapering in de vorm van een broodje of koek). De meeste donoren merken trouwens weinig van de afname, binnen een paar uur heeft je lichaam de afgenomen hoeveelheid bloed zelf weer aangevuld. Wel wordt het afgeraden om intensief te sporten na het bezoek aan de bloedbank, dus die HIIT-training of CrossFit-workout kun je beter een dagje uitstellen.
5. Regelmatige check-up
Een ander voordeel van bloed doneren is dat je vooraf een kleine keuring krijgt. Hierbij wordt o.a. je Hb-waarde, bloeddruk en ferritinegehalte gemeten. Deze moeten namelijk voldoende zijn om veilig bloed of plasma te kunnen geven. Omdat je periodiek wordt opgeroepen (vrouwen om de 4 maanden en mannen om de 2 maanden) om bloed te geven kun je op deze manier makkelijk bijhouden hoe deze zich ontwikkelen door de tijd.
Hb is de afkorting van hemoglobine. Hemoglobine is een eiwit dat in je rode bloedcellen zit. Een belangrijk deel van hemoglobine bestaat uit ijzer. Met dit ijzer bindt hemoglobine zich aan zuurstof. Je lichaam heeft zuurstof nodig om te functioneren. De rode bloedcellen kunnen door hemoglobine zuurstof door je hele lichaam verspreiden. Hemoglobine is dus een erg belangrijk eiwit.
Het ferritinegehalte in het bloed is een goede maat voor de ijzervoorraad in je lichaam. Ferritine is een eiwit dat zorgt voor de binding van ijzer aan de rode bloedcellen en is nodig voor opslag van ijzer in de lever en in het beenmerg.
Om bloed of plasma te mogen geven, moet de Hb-waarde (mmol/l) bij een:
- man tussen de 8.5 en de 11 liggen
- vrouw moet dit tussen de 7.5 en de 10 zijn.
Om bloed of plasma te mogen geven, moet het ferritinegehalte (g/l) bij een:
- man tussen de 25 en de 250 liggen
- vrouw moet dit tussen de 20 en de 150 zijn.
Om bloed of plasma te mogen geven, moet de bloeddruk (mm Hg) bij de:
- bovendruk rond de 120/140 liggen
- onderdruk moet rond 80/90 zijn.
IJzervoorraad te laag, en nu?
Van een ijzertekort hoef je niet direct last te hebben. Sterker nog, minder ijzer in je lichaam is goed voor je. Het schijnt de belangrijkste reden te zijn waarom vrouwen langer leven dan mannen. Vrouwen verliezen door hun cyclus één keer per maand bloed. Net als na een bloeddonatie daalt hierdoor het ijzergehalte in het bloed (tijdelijk).
IJzer is namelijk een kritieke factor in het vermogen van lichaamscellen om vrije radicalen te produceren. Vrije radicalen zijn gevaarlijke atomen/moleculen die één elektron missen. Normaal gesproken vliegen die elektronen in paren. Doordat zo’n vrije radicaal dus een elektron mist (en vrijgezel is), is hij altijd sterk op zoek naar een partner en heel reactief met andere stoffen en daardoor is hij gevaarlijker voor je gezondheid.
Met name vrije radicalen die geactiveerd worden door te veel ijzer worden als schuldige aangewezen. Kankercellen reageren ook sterk op ijzer. Niet gek dat darmkanker wordt gelinkt aan het eten van veel vlees (een bron van ijzer), waardoor deze ziekte ook meer voorkomt in westerse landen. Asbest bestaat ook voor 30 procent uit ijzer. Als je veel met asbest werkt heb je een groter risico op longkanker. Wat de tweede oorzaak van longkanker is na roken.
Naast het terug dringen van sterfte door kanker kan een lager ijzergehalte er ook voor zorgen dat je insulinegevoeligheid verbeterd. Toch moet dit echter geen reden zijn om ijzer uit je voeding te schrappen. Je hebt ijzer namelijk nodig om je zuurstof te verplaatsen in het bloed. En je ijzervoorraad moet ook weer niet zo laag worden, dat dit leidt tot bloedarmoede, want dat geeft vaak wel weer klachten. Denk aan vermoeidheid, spierzwakte, concentratieproblemen en hoofdpijn. Om bloedarmoede voor te zijn, is de ferritinemeting is het leven geroepen. Met de ferritinemeting wordt je ijzervoorraad rondom het bloed geven goed gemonitord en kun je met een gerust hart bloed (blijven) geven.
Tips voor bloed geven
Tot slot nog 3 tips voor als je bloed wil geven: zorg dat je genoeg water drinkt (#1), dat je de tijd hebt en dat jij je niet hoeft te haasten (#2) en dat je goed eet van te voren (#3). Door gezond te eten, met veel groenten, bijvoorbeeld spinazie, kan je lichaam beter rode bloedcellen aanmaken. Ook drinken is goed voor je bloed. Dat houdt het bloedplasma op orde en zorgt ervoor dat je bloed vloeibaar blijft.
Voor de rest word je altijd wel goed, rustig en kundig begeleidt door het personeel van de bloedbank. Ook als je vragen hebt, dan zijn ze graag bereid om een antwoord te geven.
Ben je overtuigd en wil je je ook opgeven als bloeddonor? Good for you!
Check de site van Sanquin voor meer info.