10 Tips voor het starten met een vierkante meter moestuin8 min leestijd
De liefde voor plantjes is vaak al generaties oud. Bijna iedereen heeft wel een voorouder die zelf wat groentes verbouwden. Zo was mijn opa boer met o.a. een moestuin in de volle grond. Moestuin liefde zit blijkbaar in de genen. Want ook bij mij is het moestuinbloed gaan kruipen waar het niet gaan kan.
Ik heb dan ook alleen maar liefde voor mijn plantjes. Niet dat ik nou zulke groene vingers heb of zeeën van tijd. Nee dat niet. Maar wel een hart dat sneller gaat kloppen van groene plantjes en verse groentes. Gewoon vanuit de achtertuin.
Ik heb 10 tips (of eigenlijk meer een stappenplan) voor je op een rijtje gezet dat mij heel erg geholpen heeft om in de woestenij dat mijn achtertuin heet deze vierkante meter moestuin te beginnen.
Dus mocht je ook zoiets hebben van dat wil ik ook, ik wil ook een badass moestuinierter worden, dan is dit je kans. Geen paniek ook vanuit je balkon op 3-hoog achter kun je aan de slag.
Download de makkelijke moestuin app
De Makkelijke Moestuin app is gratis en vertelt je precies wat je moet doen en wanneer. Waardoor je nog geen 5 minuutjes per dag eraan kwijt bent. Het bevat als het ware een ingebouwde zaai- en oogstkalender. Je geeft aan welke groentes je graag in je moestuin wilt en de app geeft vanzelf aan wanneer je wat het beste kunt zaaien, verzorgen en oogsten.
Met een bak van 120 bij 120 cm zou je 1 tot 2 volwassenen het hele seizoen van verse sla met alles erop en eraan kunnen voorzien. Zoals wat kruiden, tomaatjes, komkommers, worteltjes en bietjes. Zelfs een groot deel van de winter als je dat wilt.
Nu wil het zo zijn dat ik al een bak had van 100 x 100 cm, dus doe ik het daar mee.
Mijn eerste moestuin
Bij de intratuin heb ik dus eerder al een kant-en-klaar bouwpakket gekocht voor de bak. De bak is van duurzaam materiaal en zou dus jarenlang mee moeten gaan. Er zit anti-worteldoek bij en daar heb ik dan ook gretig gebruik van gemaakt. Want onkruid groeit bij ons als kool en dat is nou niet bepaald iets wat ik in mijn moestuin wil.
Wat ik wel wil zijn groentes die wij vaak eten en die vrij makkelijk te kweken zijn op een vierkante meter: tomaat, komkommer, spinazie, aardappels, knoflook, ui, courgette, bietjes, wortels, andijvie, basilicum en sperziebonen. De zaadjes voor al deze groentes heb ik al in huis (gekocht bij de Action en Intratuin).
Dit heb je nodig:
- moestuinbak met raster
- Makkelijke Moestuinmix
- Moestuin voeding om aan te vullen (of voedzame compost)
- eventueel een klimrek
- schepje, emmer of gieter, schaar
- zaadjes
1. Waar komt de bak te staan?
Hij staat namelijk op een zonnige plek waar minstens 6, maar meestal 8 of meer zonuren per dag zijn. Hij staat ook lekker dicht bij huis. Hoe beter ik hem vanuit huis kan zien, des te sneller ik er ook even heen loop om wat te plukken. Verder moet de bak ook een beetje beschut staan en het overtollige water kwijt kunnen. Een plek waar na een fikse regenbui langdurig water blijft staan is dus niet aan te raden.
2. Wanneer kun je starten met zaaien?
Oke en dan staat de bak, maar wanneer kun je dan het beste beginnen met zaaien? De meeste mensen denken dat je dat aan het begin van het jaar moet doen. Zo rond februari of maart. Of zelfs al aan het einde van het vorige jaar. Maar met de Makkelijke Moestuin maakt dat niet uit. In principe kun je het hele jaar door starten. Begin je echter in maart, dan pak je het hele seizoen mee. In dat geval heb je meteen het eerste jaar al volop profijt van je moestuinbak. Maar later beginnen kan ook prima.
Zelf vind ik het eigenlijk pas écht leuk worden halverwege het voorjaar. Dan is het lekker weer, groeit alles super snel en is het tijd om zomergroentes in je bak te zetten. Zoals courgettes en tomaatjes. Maar ook in de late zomer of herfst kun je nog van alles zaaien om dit in de winter of het vroege voorjaar te oogsten. Bovendien ben je dan meteen extra vroeg klaar voor het volgende seizoen.
3. Welke groente zet je waar?
Je denkt nu misschien dat het niet zoveel uitmaakt waar je de zaadjes plant. Dat dacht ik tenminste. Als ze maar in een vak zitten. Maar dat is dus niet zo. Planten hebben zonlicht nodig. Staan ze in de schaduw van hogere planten, dan groeien ze niet goed. Om dat te voorkomen houdt je de kant die naar het zuiden wijst aan als voorkant van de bak en zet je de plantjes van laag naar hoog. De hoge klimmende planten komen dus helemaal achteraan in de vakken, het liefst tegen een klimrek.
Wil je een klimrek aanschaffen, zorg er dan voor dat die minstens 180 cm hoog is en je die goed kunt verankeren. Het zou namelijk zonde zijn als bij het eerste de beste zuchtje wind het rek met je nieuwe aanwinsten omkieperd. Planten kleiner dan 20 cm, kun je in de voorste vakken kweken. Op de zakjes waar de zaadjes in zitten, staat vaak hoe hoog het plantje gaat worden. Houdt hier dus rekening mee met de keuze van het vak.
En dan is er nog zo iets als de tijd van het jaar. Sommige groentes doen het nou eenmaal niet zo goed in het voorjaar en waar het voor andere groentes juist in de zomer weer te warm kan zijn. Houdt rekening met wanneer groentes het dus het beste doen. Op die manier haal je ook de meeste opbrengst uit je zaadjes. Welk plantjes je wanneer het beste kunt zaaien, staat ook op elk zakje aangegeven. Let op sommige plantjes moet je binnen eerst voorzaaien. Dit doe je omdat het soms buiten te koud en/of te nat is.
4. Voorkomen ‘incest’ in je moestuin
En dan heb je ook nog zo iets als plantenfamilies. Het liefst wil je alle families zoveel mogelijk door elkaar zetten en niet 2x dezelfde familie achter elkaar in eenzelfde vak. Want als je dat wel doet, dan krijg je als het ware een soort incest in je moestuinbak en gaan je plantjes het steeds minder goed doen en heb je bovendien meer kans op ziektes en plagen. En dat wil je niet.
Bijvoorbeeld, heb je een vak bietjes leeg geoogst (wortel familie) dan zet je er daarna bijvoorbeeld sla in (blad familie). Oogst je dát dan weer, dan kun je er ook weer een plantje uit de wortel familie in zetten. Dit wisselen van groentes, noem je ook wel wisselteelt en voorkomt een hoop gezeik in je moestuin. Ooh ja en vergeet ook niet aan het eind van het jaar – of in het begin van het seizoen (maart) – het raster weg te halen en de mix in je bak flink door elkaar te scheppen en van een verse laag moestuinmix te voorzien. Zo begin je in het nieuwe jaar weer met een frisse start.
5. Hoeveel plantjes per vak?
Je wilt de vakken niet zo vol zaaien dat je plantjes straks in de verdrukking komen. Maar je wilt ook weer niet te weinig zaaien om straks niet het optimale uit je bak te halen. Een veel gemaakte beginners fout is dan ook om teveel zaadjes in één keer te strooien of juist te weinig (want niet alle zaadjes komen altijd even goed uit).
Het beste zaai je – afhankelijk van de uiteindelijke grote van de plant – per vak 1, 4, 9 of 16 zaadjes op gelijke afstand van elkaar. Hierdoor zet je ze meteen op de juiste afstand van elkaar zodat ze genoeg ruimte hebben om uit te groeien en jij ze later niet meer hoeft te verplanten. Omdat je hierdoor ook precies weet waar je wat gezaaid hebt, kun je ook makkelijker onkruid spotten en weghalen.
Op de zakjes zaad staat vaak hoeveel afstand je tussen de volwassen plantjes moet aanhouden. Daarmee kan je zelf uitrekenen hoeveel er in één vak passen. Bijna alle groentes zijn in 4 maten onder te verdelen:
6. Planten, zaaien of voorzaaien?
Je weet hoe hoog de planten worden, of het de juiste tijd van het jaar is, tot welke plantenfamilie ze horen, en hoeveel planten er in het vak passen. Kortom: je weet wat, wanneer en hoeveel je in welk vak gaat zetten. Dan is het nu tijd om te bepalen hoe je dat gaat doen. Verreweg de meeste groentes zaai je direct in je vakken.
Zomergroentes die niet tegen kou kunnen (zoals tomaten of komkommers) zaai je binnen voor. Want tegen de tijd dat het buiten warm genoeg is, is het te laat om nog te zaaien. Dan kunnen de planten niet groot genoeg worden om ervan te oogsten. Je kweekt die plantjes dus binnen op. Tegen de tijd dat het buiten warm genoeg is, zet je ze als plantje in je moestuin.
De meeste mensen zaaien voor in potgrond. Maar omdat dat lang niet altijd lukt, kun je het beste een 50/50 mengel van moestuin mix en fijne vermiculiet gebruiken. Deze doe je dan met de zaadjes in een afsluitbaar plastic bakje of een binnenkweekkastje.
Natuurlijk kun je ook voorgekweekte of gekochte plantjes in de moestuintje zetten. Maak met een schepje een gat in de mix door die opzij te duwen en zet het plantje met aardekluit en al erin. Druk dan de mix weer een beetje aan. Niet te stevig want de mix moet wel luchtig blijven.
7. Verzorgen van je plantjes
Zo en dan heb je je vakken vol gezet met zaadjes/plantjes. Omdat je met de bak en de mix alles voorbereid hebt, hoef je na het zaaien of planten bijna niets meer te doen. Je geeft wat water, haalt ingewaaid onkruid weg en checkt af en toe even of alles goed gaat. Of er geen ongedierte in je bak zit bijvoorbeeld, of dat je een plantje moet helpen om omhoog te klimmen aan het rek. Niet alle planten zijn gelijk en bij sommige moet je wat extra’s doen. Zo moet je bij tomaten de zijscheuten weghalen (dieven), en zet je bij stamboontjes een rekje over het vak om ze netjes in het gareel te houden. En als je de app gebruikt, vertelt die het je.
Geef water met een bakje
Heb je één tot vier bakken, dan geef je je planten het beste water met een bakje. Dan gebruik je tot 80% minder water dan in een gewone moestuin. Dat komt omdat je water geeft waar het nodig is: bij de wortels van de plant. Zet geen emmer met water naast je bak, tenzij je muggen wilt. Regenwater is wel mooi, dus als je een regenton hebt dan gebruik je dat. De zon warmt het water op. Dat is prettig voor je planten en vooral voor je zaailingen, want die houden niet van steenkoud water.
Met een bakje geef je water, aan de voet van de planten. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld een litermaatje. Zeker aan het begin van het seizoen – maar ook wel tijdens en in het najaar – staan er vast wel een aantal vakken leeg. Die hoef je natuurlijk geen water te geven. Want ook dan houdt de mix het water vast waar je water geeft.
Uitgedroogde bakken
Geef je lange tijd geen water en regent het ook niet, dan droogt de mix uiteindelijk helemaal uit. Zo zijn wij wel eens van een vakantie thuisgekomen en waren de bakken kurkdroog. Dat is natuurlijk zonde van de groentes die er in stonden, maar verder is het geen ramp. Je haalt de planten weg, voegt wat verse compost toe, schept alles lekker door elkaar zodat de mix weer rul en luchtig is en geeft weer water.
Vakantietip
Tomaten hebben regelmatig water nodig maar ze hebben een hekel aan nat blad. Daarvoor kun je van een lege frisdrank fles de bodem eraf knippen en ze met de hals in de mix aan de voet van de plant duwen. Zonder dop natuurlijk. Vul de fles via de open geknipte bodem met water en de plant kan water opnemen wanneer die wil. Ideaal voor als je een paar dagen weg bent en geen water kunt geven.
In voor- en tegenspoed
Meestal gaat het super goed en groeien je plantjes als kool. Maar soms gaat het gewoon minder goed. Het blijft natuurlijk de natuur, en er zal heus af en toe iets mis gaan. Dan is het te koud, te nat, te droog, te warm, of komt er een hongerige slakkenfamilie langs die je niet op tijd in de gaten had. En soms is het onverklaarbaar. Dan doe je alles volgens het boekje, is het weer perfect, en komen zaadjes toch niet op of weigert een plantje te groeien. Grrr!
Maar geloof me: nadat je de eerste keren je haren uit je hoofd trok, ga je daar steeds makkelijker mee om. Bovendien zullen het de uitzonderingen op de regel zijn, want echt: het merendeel van je plantjes doen het gewoon hartstikke goed. En het geeft best wel een kick als je ziet ze het zo goed doen.
9. Oogst tijd!
Het moment waar je het allemaal voor doet, niet waar. En bij de Makkelijke Moestuin kun je al binnen 2 maanden je eerste zelf geteelde groentes oogsten. Of beter gezegd: plukken. Want in plaats van hele planten te oogsten, pluk je je maaltijden bij elkaar.
Heb je zin in een salade? Loop met een bakje de tuin in en pluk van je slaplantjes wat blaadjes af. De kropjes laat je staan om verder door te groeien. Oogst een uitje, knip wat verse kruiden, pluk wat tomaatjes als die al rijp zijn, een komkommertje… De mogelijkheden zijn eindeloos. Worteltje erbij? Daar staan er 16 van in een vak – die heb je vast niet allemaal tegelijk nodig. Oogst alleen de grootste exemplaren en laat de kleinere lekker staan en doorgroeien voor later.
Eigenlijk is de Makkelijk Moestuin dus meer een pluktuin die je (bijna) het hele jaar gebruikt en minder een oogsttuin waarbij je in één keer een mega-oogst hebt. En van ellende niet weet wat je met al die groentes aan moet.
10. Hou je bak gevuld
Door het oogsten komt er af en toe een vak leeg. Zodra dat het geval is maak je het vak schoon. Vul je het aan met wat extra voeding of een flinke schep compost. Meng dat goed door de mix, en zaai of plant het vak meteen weer in. Sommige vakken worden daardoor wel drie of vier keer beplant in een jaar. Je zult nog versteld staat hoeveel je uit één zo’n kleine bak kunt halen.
En? Ben je al net zo enthousiast als mij om zelf aan de slag te gaan?